WAALWIJK - Te hoge drempels, diepe geultjes, draaideuren en onduidelijke markeringen: voor mensen met een beperking zit het centrum van Waalwijk vol obstakels. Stichting Inclusief Waalwijk strijdt daarom voor een toegankelijke stad. “Het zou veel schelen als er aan de voorkant inclusief wordt nagedacht en niet pas als er zich een probleem opdoemt’’, vertelt bestuurslid Ella Quirijns. Wat moet er volgens de stichting nog meer gebeuren?
In de bibliotheek zitten drie vrijwilligers van Stichting Inclusief Waalwijk aan tafel: Jeroen van den Berg, Ella Quirijns en Ton Emmers. Alle drie weten ze uit eigen ervaring hoe ontoegankelijk de stad soms is. Emmers is rolstoelafhankelijk, Van den Berg is slechtziend en Quirijns slechthorend. Samen met zo’n zes andere leden proberen ze ambtenaren bewust te maken van de moeilijkheden voor mensen met een beperking.
Dat is niet altijd even eenvoudig. Beleid wordt vaak gemaakt door mensen zonder beperking, waardoor inclusief denken er volgens Quirijns nog niet vanaf het begin inzit. “Nu wordt iets ontworpen, dan blijkt het niet toegankelijk en moet het achteraf aangepast worden. Dat kost tijd én geld. Als je vanaf het begin met iedereen rekening houdt, hoeft dat niet’’, vertelt Quirijns. Ze geeft een voorbeeld: “Eerst komt er een draaideur, dan pas een deur voor rolstoelgebruikers. Terwijl je natuurlijk ook één toegankelijke deur voor iedereen kunt maken. Dat is de manier van denken waar we naartoe moeten.’’
Met ambtenaren op pad
Om die bewustwording en verandering te creëren, lopen de vrijwilligers met ambtenaren een schouw door de stad. Zo adviseerden ze het gemeentehuis om witte randen en leuningen aan de trap toe te voegen. Dat advies werd opgevolgd. Emmers, die in een rolstoel zit, nam laatst deel aan een wijkschouw in Zanddonk-Zuid. “We begonnen bij het buurthuis,” vertelt hij. “Daar is een auto-oprit met een behoorlijk steil stoepje. Iemand in een rolstoel lieten we daar vanaf rijden en vervolgens weer proberen om erop te rijden. Die viel bijna uit de rolstoel, veel te steil. Toen is gezegd: dat probleem moeten we in kaart brengen.”
Volgens Quirijns worden ambtenaren tijdens zo’n schouw met hun neus op de feiten gedrukt. “Als je ziet dat iemand gewoon omvalt, dan is dat echt een eyeopener.’’ Toch lijkt zo’n schouw niet altijd te werken. “We hebben een keer een in het centrum gelopen waarbij we de gemeente op allemaal moeilijkheden wezen. Een jaar later moesten we concluderen dat daar niks mee gedaan was. Dat schoot in het verkeerde keelgat’’, blikt Quirijns terug. Inmiddels loopt het overleg met veel afdelingen beter, vervolgt ze.
Obstakels
Quirijns geeft aan waar ze als slechthorend persoon tegen aanloopt: “Bij het Schoenenmuseum kun je filmpjes kijken met een koptelefoon. Dit is voor slechthorende mensen niet te verstaan. Daarom heeft tegenwoordig ieder museum daar ondertiteling bij, dat werkt hartstikke goed. Het Schoenenmuseum heeft dit niet. Dan denk ik: hoe kan dat nou, bij zo’n nieuw museum?’’
“Als je ziet dat iemand gewoon omvalt, dan is dat echt een eyeopener”
Ella Quirijns
Ook voor mensen die slecht zien, zijn er obstakels. Duidelijke kleurcontrasten zijn essentieel, legt Van den Berg uit: “Bij BaLaDe heb je de stoep, het voetpad en het fietspad naast elkaar. Die zijn alle drie in het rood aangelegd. Ik fiets veel en kan dan niet goed zien of ik op de stoep of op het fietspad rijd. Het is beter als er drie verschillende kleuren zijn, zodat je een onderscheid kunt maken.” Emmers vult aan: “Maak aanduidingen zoals bordjes geel en letters zwart. Dat is voor mensen met een visuele beperking het duidelijkst.”
Zilveren label
Twee buurthuizen in Zanddonk-Zuid, waar Emmers op wijkschouw ging, hebben een zilveren label ontvangen van Ongehinderd. Dit is een organisatie die plekken test op toegankelijkheid. Toch is niet iedereen het eens met dat oordeel. “Nou, toegankelijkheid? Not!” zegt Emmers kritisch. “Ik heb door mijn spierziekte een beperkte armkracht. Ik krijg de deuren van die buurthuizen niet open, maar het zijn wel openbare plekken én stembureaus.” Het zilveren label zegt dus niet alles. “Dat label wordt uitgegeven door ‘Ongehinderd’. De gemeente heeft daarvoor iemand ingehuurd die zelf in een rolstoel zit. Alleen is dit een smalle, handaangedreven rolstoel. Voor mensen met een bredere rolstoel, zijn veel plekken nog steeds niet toegankelijk. Zo’n zilveren of gouden label staat mooi, maar het is dus niet representatief voor alle gebruikers’’, vertelt Quirijns.
“Nou, toegankelijkheid? Not!”
Ton Emmers
Op sommige plekken gaat het beter, ziet Emmers. Zo heeft BaLaDe automatische schuifdeuren en het Parkpaviljoen een drukknop. “Maar bij het gros van de gebouwen is er nog niet echt over nagedacht’’, volgens Emmers.
Zebrapad De Els
Een ander bekend knelpunt is het zebrapad bij de Action in De Els. Dat levert al sinds de aanleg problemen op. Emmers: “De stoep liep daar veel te schuin. Mensen vielen en rollators gingen er vandoor.’’
Van den Berg vult aan: “Het is inmiddels aangepakt. De stoep loopt minder schuin en de oversteekplaats is verhoogd. Alleen mensen met een rollator hebben er nog steeds moeite mee. Het is iets verbeterd, maar nog niet helemaal. Dit was alles wat ze konden doen.”
Toekomstige projecten
Naast de aandacht voor gemeentelijke gebouwen en de openbare ruimte richt de stichting zich de komende periode nadrukkelijk ook op de toegankelijkheid van winkels en horecazaken.
“Een belangrijk onderdeel daarbij zijn de toiletten. We willen meer plekken waar je naar de wc mag met een ‘plassticker’ op de deur en meer invalidetoiletten’’, legt Quirijns uit.
Emmers voegt toe: “De enige echt aangepaste toiletten in Waalwijkse horeca zijn bij Het Slot en bij Wijckers, maar dat laatste is dan weer een pakhuis. Volgend jaar komt er een toegankelijkheidsfonds waarmee ondernemers hopelijk gestimuleerd worden om een aangepast toilet te maken.”
Het werkterrein voor de relatief kleine groep vrijwilligers zal met deze projecten een stuk groter worden. Quirijns: “We vinden het belangrijk dat ook mensen met andere soorten beperkingen betrokken raken bij het beoordelen van de horeca en winkels. Zo kunnen mensen met bijvoorbeeld de ziekte van Crohn goed meedenken over toegankelijke toiletten. Of mensen die heel gevoelig zijn voor prikkels, zodat we ook beter kunnen gaan letten op het zorgen voor een prikkelarme omgeving.’’







