FRIESLAND - Het vroor dat het kraakte en duizenden toeschouwers bekeken het fenomeen al wachtend op de koplopers. Het is op de dag af 25 jaar geleden dat de laatste ‘tocht der tochten’ plaatsvond, de Elfstedentocht. Voor schaatser Arnold Stam uit Sprang-Capelle een bijzondere dag. Hij deed destijds mee aan de tocht en behoorde lang tot de koplopers.
Groots evenement
"Het was een gouwe ouwe tijd, we waren topfit en helemaal voorbereid op de tocht. Ik deed veel wedstrijden, ook op natuurijs, maar die vallen allemaal in het niet bij de massale en romantische Elfstedentocht’’, vertelt Stam. Wat de Elfstedentocht voor een schaatser zo bijzonder maakt, kan Stam niet goed in woorden uitleggen: "Daar kom je pas achter als je de eerste meters naar het ijs loopt en je schaatsen aantrekt. Meedoen aan zo’n groots evenement, daar durf je alleen maar van te dromen."
Stempelen
Hoewel Arnold Stam destijds vooral gefocust was op de wedstrijd, probeerde hij tussendoor ook te genieten. "Bij de stempelposten besefte ik hoe onwerkelijk het eigenlijk was. Toen tikte ik Henk van Benthem en Henk Angenent wel even aan, zo van: ‘Kijk waar we zijn’."
3 kilometer voor de finish ging bij Stam het lichtje uit. "Op dat moment ging het gewoon niet meer. Als ik nu de tv-beelden weer zie, word ik er nog steeds chagrijnig van", vertelt Stam. Toch kijkt Stam vooral blij en trots terug op zijn Elfstedentocht. "Op zo’n dag als vandaag zie je weer hoe uniek het is", zegt Stam trots.
Stam hoopt dat de Elfstedentocht ooit nog gereden wordt. Vooral ook voor zijn drie zoons, die hij de belevenis gunt.
